Intiem
Ik koop een flacon intieme waszeep van het Kruidvat.
Het afrekenen van intieme reinigingsmiddelen voelt gênant. Gelukkig wel net iets minder dan condooms uit de schandstand naast de kassa uitzoeken, met een hele rij alleenstaande moeders achter me. Dat ik ze allemaal dezelfde gedachte hoor denken. Kutwijf, zij nog wel.
Maar toch.
Voor het eerst sinds altijd staat er een jongen achter de kassa.
‘Goedemiddag mevrouw,’ zegt hij. Zijn r rolt alsof hij er een bonus voor krijgt.
‘Hoi,’ zeg ik. ‘Ik heb een klantenkaart.’
‘Komt u hier vaker?’ zegt hij.
‘Ja,’ zeg ik. ‘Iedere derde woensdag van de maand.’
Hij knikt alsof hij me bloedserieus neemt en scant mijn waszeep. ‘Dat doet u snel.’
‘Ook wel eens voor andere dingen,’ zeg ik.
Hij trekt een wenkbrauw op. ‘Oja?’
‘Andere dingen dan kutzeep bedoel ik,’ zeg ik. Ik wil mezelf slaan. Er bestaat een categorie terminologie die je spottend in je eigen hoofd gebruikt. En die daar het beste ook blijft.
‘Wilt u het bonnetje?’ vraagt hij.
‘Nee hoor,’ zeg ik. ‘Ik weet inmiddels wel dat het werkt.’
‘Prima,’ hij trekt het bonnetje van de printer. ‘Dan kan ik hem boven mijn bed hangen.’
‘Ha,’ zeg ik, en voel de blikken prikken van de alleenstaande moeders in de rij achter me. Kutwijf, zij nog wel.